Duitse werkwoorden vervoegen: Complete gids met tabellen
In het Duits bestaan er zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden. Het verschil herkennen is essentieel, want zonder dit inzicht kan het vervoegen behoorlijk lastig zijn. Deze gids helpt je de drie typen werkwoorden te begrijpen en correct te vervoegen, zodat je zelfverzekerd Duits kunt schrijven en spreken.
Duitse werkwoorden leren in 3 stappen
1. Herken het type werkwoord
- Zwakke werkwoorden: regelmatige vervoegingen; voltooid deelwoord = ge + stam + t
- Sterke werkwoorden: stamklinker verandert; verleden tijd onregelmatig; voltooid deelwoord = -en
- Onregelmatige werkwoorden: geen vaste regels; voltooid deelwoord meestal ge- + -t; uitzonderingen mogelijk
2. Leer de vervoegingen per tijd
- Tegenwoordige tijd: ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie/Sie
- Verleden tijd: let op stemveranderingen bij sterke en onregelmatige werkwoorden
- Voltooid deelwoord: gebruik voor perfectum en plusquamperfectum
3: Oefen regelmatig met voorbeelden
- Schrijf zinnen op die je dagelijks gebruikt
- Gebruik online oefeningen of een taalcursus
- Vergelijk zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden in context
Zwakke werkwoorden
Het kenmerk van een zwak werkwoord is dat het in de tegenwoordige en verleden tijd regelmatige vervoegingen kent. Dit betekent dat er vaste uitgangen achter de stam (= werkwoord zonder “-en”) van een werkwoord komen. Het voltooid deelwoord wordt volgens deze formule gevormd: ge + stam + t.
Tegenwoordige tijd:
machen | wohnen | reden | |
ich | mache | wohne | rede |
du | machst | wohnst | redest |
er, sie, es | macht | wohnt | redet |
wir | machen | wohnen | reden |
ihr | macht | wohnt | redet |
sie/Sie | machen | wohnen | reden |
Verleden tijd:
machen | wohnen | reden | |
ich | machte | wohnte | redete |
du | machtest | wohntest | redetest |
er, sie, es | machte | wohnte | redete |
wir | machten | wohnten | redeten |
ihr | machtet | wohntet | redetet |
sie/Sie | machten | wohnten | redeten |
Voltooid deelwoord:
machen | gemacht |
wohnen | gewohnt |
reden | geredet |
Sterke werkwoorden
In de tegenwoordige tijd wordt bij sterke werkwoorden een a in de stam een “ä” en een e wordt “i” of “ie”. De verleden tijd van sterke werkwoorden is onregelmatig en er zit niets anders op dan de verschillende vormen apart te leren. Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op -en. Handig om te weten is dat veel Duitse sterke werkwoorden ook sterk zijn in het Nederlands.
Tegenwoordige tijd:
fahren | geben | lesen | |
ich | fahre | gebe | lese |
du | fährst | gibst | liest |
er, sie, es | fährt | gibt | liest |
wir | fahren | geben | lesen |
ihr | fahrt | gebt | lest |
sie/Sie | fahren | geben | lesen |
Verleden tijd:
fahren | geben | lesen | |
ich | fuhr | gab | las |
du | fuhrst | gabst | last |
er, sie, es | fuhr | gab | las |
wir | fuhren | gaben | lasen |
ihr | fuhrt | gabt | last |
sie/Sie | fuhren | gaben | lasen |
Voltooid deelwoord:
fahren | gefahren |
lesen | gelesen |
Onregelmatige werkwoorden
En nu de onregelmatige werkwoorden. Deze worden niet volgens de standaardregels vervoegd en moeten dus apart geleerd worden. Hieronder zie je een aantal vaak voorkomende onregelmatige werkwoorden. Het voltooid deelwoord begint op ge- en eindigt meestal op -t. Gewesen is hierop een uitzondering.
Tegenwoordige tijd:
wissen | können | müssen | sein | |
ich | weiß | kann | muss | bin |
du | weißt | kannst | musst | bist |
er, sie, es | weiß | kann | muss | ist |
wir | wissen | können | müssen | sind |
ihr | wisst | könnt | müsst | seid |
sie/Sie | wissen | können | müssen | sind |
Verleden tijd:
wissen | können | müssen | sein | |
ich | wusst | konnte | musste | war |
du | wusstest | konntest | musstest | warst |
er, sie, es | wusste | konnte | musste | war |
wir | wussten | konnten | mussten | waren |
ihr | wusstet | konntet | musstet | wart |
sie/Sie | wussten | konnten | mussten | waren |
Voltooid deelwoord:
wissen | gewusst |
konnen | gekonnt |
mussen | gemusst |
sein | gewesen |
Duits leren bij Babel
Om Duitse werkwoorden goed te kunnen vervoegen, is het belangrijk om de verschillende werkwoordssoorten te herkennen. Zodra je het systeem begrijpt, wordt vervoegen een stuk makkelijker!
Hulp nodig bij het leren? In een taalcursus Duits oefen je samen met andere cursisten en krijg je begeleiding van ervaren docenten. Bekijk ons cursusaanbod en ontdek welke cursus het beste bij jou past!
Lees ook:
-
02 december 2021 Categorie: Blog: Adviezen en tips voor talen, Duits leren
Duitse woorden leren
Wil je nieuwe Duitse woorden leren? Er zijn verschillende manieren om dit snel en effectief te doen. Wij geven je negen
Lees verder -
23 september 2021 Categorie: Blog: Adviezen en tips voor talen, Duits leren
Duitse uitspraak verbeteren
Vraag je je weleens af hoe je professioneel over kunt komen in het Duits? Denk dan niet alleen aan de grammatica, maar
Lees verder -
14 oktober 2021 Categorie: Blog: Adviezen en tips voor talen, Duits leren
Der die das: welke gebruik je wanneer
Om de Duitse naamvallen goed te beheersen is het van groot belang om te weten welk geslacht een woord heeft. Zelfstandige
Lees verder